Macedonische denar

Macedonische denar
ден
De denar is de munteenheid van Noord-Macedonië. Eén denar is honderd deni. De naam is afgeleid van denarius.

Munten zijn beschikbaar in 50 deni en in 1, 2, 5, 10 en 50 denar. Het papiergeld is beschikbaar in 10, 50, 100, 200, 500, 1000 en 2000 denar. Sinds kort is het biljet van 5000 denar uit de circulatie gehaald en is daarvoor de biljetten van 200 en 2000 denar in de plaats gekomen. Zowel munten als bankbiljetten zijn gedecoreerd met traditionele en nationale symbolen, zoals een Šarplaninac en een Byzantijns mozaïek.

De munteenheid werd geïntroduceerd op 26 april 1992 en was toen in waarde gelijk aan de Joegoslavische dinar (YUN). Op 5 mei 1993 werd de eenheid gereformeerd, waarbij 1 nieuwe denar (MKD) met een verhouding van 100 de oude denar (MKN) verving.

De Nationale Bank van Noord-Macedonië is uitgever van de denar.

* Afbeeldingen van de munten

* Afbeeldingen van het papiergeld

Land (geografie)
  • Noord-Macedonië
    Noord-Macedonië (uitspraak: [ˌnortmɑsəˈdonijə]), officieel de Republiek Noord-Macedonië (Macedonisch: Република Северна Македонија, ) (Albanees: Republika e Maqedonisë së Veriut), is een land in het midden van het Balkanschiereiland in Zuidoost-Europa. Het is de opvolger van een van de deelrepublieken van het voormalige Joegoslavië. De deelrepubliek verklaarde zich in september 1991 onafhankelijk onder de naam Macedonië. In 1993 werd Noord-Macedonië lid van de Verenigde Naties, maar dan onder de voorlopige naam Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, vanwege een geschil met Griekenland over de rechten op de naam Macedonië. Na een akkoord met Griekenland kreeg het in 2019 de naam Noord-Macedonië.

    De Republiek Noord-Macedonië is een binnenstaat die wordt begrensd door Kosovo in het noordwesten, Servië in het noordoosten, Bulgarije in het oosten, Griekenland in het zuiden en Albanië in het westen. Het vormt ongeveer een derde van het grotere historische gebied Macedonië. De hoofdstad en grootste stad is Skopje met 795.000 (2020) inwoners. Andere grotere steden zijn Kumanovo, Bitola, Tetovo, Gostivar, Prilep, Struga, Ohrid, Veles, Strumica en Štip. De meerderheid van de bewoners zijn Macedoniërs, een Zuid-Slavisch volk. Albanezen vormen een minderheid van ongeveer 25%, gevolgd door Turken, Roma, Serviërs, Bosniërs en Aroemenen. Het land heeft meer dan vijftig meren en zestien bergen hoger dan 2000 meter. Het reliëf van de staat is voornamelijk bergachtig.