Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden zijn een eilandengroep aan de rand van de Scotiazee in de zuidelijke Atlantische Oceaan en vormen een onderdeel van de Scotiarug.
Het is een overzees gebiedsdeel onder soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk dat bestuurd wordt vanuit de Falklandeilanden (afstand tussen de hoofdplaats Stanley en King Edward Point op Zuid-Georgia: 1455 km). De archipel wordt ook opgeëist door Argentinië. De eilanden waren mede de inzet tijdens de Falklandoorlog.
De respectieve oppervlakten van de Zuid-Georgië-eilanden en de Zuidelijke Sandwicheilanden bedragen 3.756 en 147 km².
De eilanden werden ontdekt in 1775 door James Cook tijdens zijn tweede grote reis naar de zuidelijke oceanen, en door hem genoemd naar Lord Sandwich, de vierde graaf van Sandwich en op dat moment de baas van de Admiraliteit van Engeland (First Lord of the British Admiralty).
Alhoewel de eilanden nauwelijks permanente bewoning kennen, werd Zuid-Georgia in het einde van de 19e eeuw gebruikt als uitvalbasis van de walvisvaart. Op dit eiland bevindt zich de haven van Grytviken. Sinds 1908 zijn de eilanden in Britse handen en tot 2001 hadden de Britten hier een kleine militaire basis gevestigd. Deze basis wordt gebruikt voor permanent wetenschappelijk onderzoek. Tevens is er een biologisch onderzoekstation gevestigd op Vogeleiland, gelegen aan de westpunt van Zuid-Georgia.