Kameroen (Republic of Cameroon)
![]() |
![]() |
Vlag van Kameroen |
Dankzij een politiek stabiel klimaat heeft het land een goede infrastructuur opgebouwd. Ook kent het land goede landbouw en olie-industrie. Er is een tendens naar democratisering, maar tot dusver is de feitelijke macht in het land in handen van een kleine minderheid. De huidige president is Paul Biya en de premier is Joseph Dion Ngute.
Waarschijnlijk zijn pygmeeën (o.a. Baka) de nazaten van de oudste bevolkingsgroep van het land. Bantoevolkeren zijn het gebied later binnengetrokken vanuit het noorden waarbij de pygmeeën steeds verder werden teruggedrongen in ontoegankelijk gebied (oerwoud) in het zuiden. Op hun beurt moesten de Bantoevolkeren eind 17e eeuw en begin 18e eeuw in het noorden inschikken voor de komst van islamitische volkeren (Haussa, Fulbe). De pygmeeën zijn veelal jagers-verzamelaars gebleven, terwijl de Bantoevolkeren vooral landbouwers zijn. De islamitische groep is vooral bekend van de (nomadische) veeteelt.
Kameroen werd in de 15e eeuw (1472) ontdekt door Portugezen onder leiding van Fernão do Pó. Tijdens een van hun vele reizen voeren ze langs de kust van Kameroen en waren ze onder de indruk van de grote garnalen in de rivieren, zodat ze het land "Camarões" noemden, wat de Portugese benaming voor "garnalen" is.
In 1837 stond koning Bimbia een deel van de kuststrook af aan de Britten. Na het Congres van Berlijn van 1878 werd Kameroen echter een Duitse kolonie onder de naam Duits Noordwest-Afrika, vanaf 1901 Kamerun genoemd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd Kamerun door de Fransen en de Britten veroverd. Na de oorlog werd Kameroen opgesplitst in een Frans deel en een Brits deel, respectievelijk Cameroun (Frans-Kameroen) en Cameroons (Brits-Kameroen) genaamd. Beide gebieden waren echter geen koloniën maar werden mandaatgebieden van de Volkenbond.
In 1922 kreeg Cameroun reeds beperkt zelfbestuur. Na de opheffing van de Volkenbond in 1946 werden Cameroun en Cameroons mandaatgebieden van de VN. In 1954 werd Cameroons onderdeel van de autonome Federatie van Nigeria.
In 1959 werd Cameroun onder de naam République du Cameroun een autonome republiek binnen de Franse Gemeenschap. Nationalistisch leider El Hadj Ahmadou Babatoura Ahidjo van de Union Camerounaise (UC) als premier. Een jaar later werd het land onafhankelijk met Ahidjo als president. Tijdens de onafhankelijkheidsviering (1 januari 1960) onderdrukten de nog aanwezige Franse troepen en de Nationale Garde van Cameroun een communistisch getinte revolte.
In 1961 werd in Cameroons een referendum gehouden onder de bevolking. Het zuiden (Southern Cameroons) sprak zich hierin uit voor een federatie met Cameroun, het noorden sloot zich aan bij de onafhankelijke Federatie van Nigeria. Op 1 oktober 1961 werden de République du Cameroun en Cameroons samengevoegd tot de Federale Republiek Kameroen. Ahidjo werd federaal president en zowel Cameroun (nu Oost-Kameroen genaamd) en Southern Cameroons (nu West-Kameroen genaamd) werden autonome provincies met eigen premiers.
In 1966 fuseerden Ahidjo's UC en de partij van West-Kameroenese John Ngu Foncha – de Kamerun National Democratic Party – tot de Union Nationale Camerounaise. Andere oppositiepartijen werden verboden. Om zijn positie als president te versterken werd in 1972 de federale structuur van Kameroen opgeheven door middel van een referendum en werd Kameroen onder de naam Republiek Kameroen een gecentraliseerde (unitaire) eenheidsstaat. Ahidjo's autoritaire bewind, steunde vooral op Frankrijk en West-Europese landen. De gevangenissen zaten vol met opponenten en mensen die kritiek op zijn bewind hadden.
In 1982 trad Ahidjo om onduidelijke redenen als president af. Paul Biya, minister-president sinds 1972, volgde hem als president op. Ahidjo bleef echter als partijleider van UNC een machtsfactor; ( het was door toedoen van Paul Biya dat de toen zieke president Ahidjo onder dwang is afgetreden, dus van veel macht was er geen sprake)