Warning: getimagesize(/Image/Map/MP2287781.gif): failed to open stream: No such file or directory in
/home/mapnlee7/public_html/MAPNALL/geoname.php on line
861
Ivoorkust, officieel de Republiek C么te d'Ivoire, is een land in Afrika en grenst aan Liberia, Guinee, Mali, Burkina Faso, Ghana en de Golf van Guinee. De regering van Ivoorkust heeft de internationale gemeenschap verzocht het land te benoemen met de Franstalige benaming C么te d'Ivoire. Deze benaming is in veel talen, waaronder het Nederlands, echter niet ingeburgerd. De benaming Elpenbeenkust is tegenwoordig in onbruik geraakt.
Ivoorkust werd in de vijftiende eeuw door de Portugezen gekoloniseerd. Reeds in de achttiende eeuw vestigden zich enkele Fransen in nederzettingen aan de kuststrook. In de negentiende eeuw begonnen de Fransen zich in groten getale te vestigen in Ivoorkust. In 1893 werd Ivoorkust een van Burkina Faso gescheiden Franse kolonie. In 1906 werd Ivoorkust deel van Frans-West-Afrika.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog koos het koloniale bestuur van Ivoorkust v贸贸r de Vrije Fransen en tegen het Vichy-regime van maarschalk P茅tain. Na de oorlog werd Frans-West-Afrika een overzees territorium van de Franse republiek. Afrikaanse nationalisten richtten de Rassemblement Democratique Africain (RDA) op, een West-Afrikaanse territoriale partij. De afdeling van de Ivoorkust kreeg de offici毛le naam Parti Democratique de la C么te d'Ivoire-Rassemblement Democratique Africain (PDCI/RDA), kortweg gewoon PDCI genoemd. In 1958 werd Ivoorkust een autonome republiek binnen de Franse Federatie. In 1960 werd Ivoorkust een onafhankelijke republiek. Felix Houphou毛t-Boigny, een van de voormannen van de RDA, werd president van de republiek. Hij maakte van Ivoorkust een eenpartijstaat waarin alleen de PDCI/RDA was toegestaan. Hij bleef tot 1993 aan de macht.
Economisch gezien leunde het regime van Houphou毛t-Boigny sterk op Frankrijk en het Internationaal Monetair Fonds. Vanaf het begin van de jaren '80 begon de oppositie zich te roeren. Houphou毛t-Boigny breidde de functies van de RDCI uit en democratiseerde de partij, maar het land bleef een eenpartijstaat. Kritiek was er ook op de bouw van de rooms-katholieke basiliek Notre-Dame de la Paix in Yamoussoukro, die qua omvang en uiterlijk sterk lijkt op de Sint-Pietersbasiliek in Rome. De president bleef volhouden dat hij alles uit eigen zak betaalde en er geen staatsgeld in gestoken was. In 1986 werd de internationale landsnaam gewijzigd in C么te d'Ivoire.
In 1990 werd de eis van de oppositie om het land te democratiseren groter en president Houphou毛t-Boigny introduceerde het meerpartijenstelsel. Houphou毛t-Boigny overleed in 1993 en werd opgevolgd door zijn partijgenoot Henri Conan B茅di茅. In 1996 berichtte Amnesty International dat in de drie jaar dat B茅di茅 regeerde er meer mensen gevangen waren gezet dan onder 33 jaar Houphou毛t-Boigny.
B茅di茅 werd na een militaire machtsovername in 1999 vervangen door Robert Gu茅茂, die voorzitter van het Nationaal bevrijdingsfront werd. Na tumultueus verlopen verkiezingen werd Laurent Gbagbo op 26 oktober 2000 president. Het bleef daarna echter onrustig in het land, met een mislukte coup in 2001 en muiterij van het leger in 2002. Er volgde een burgeroorlog tussen de regeringstroepen uit het christelijke zuiden en diverse rebellen-groepen uit het islamitische noorden. Veel moslims, en meer in het algemeen, mensen uit het noorden, voelen zich namelijk gediscrimineerd door de regering van Gbagbo.
In 2003 werd bij vredesonderhandelingen overeengekomen een regering van nationale eenheid te vormen. VN-troepen, ondersteund door Franse troepen, werden ingezet om de vrede te bewaken. Na een korte periode van relatieve rust werd president Gbagbo er herhaaldelijk van beschuldigd de vrede in gevaar te brengen. De betrokken partijen hielden zich steeds minder aan het akkoord. De rebellen erkenden zijn gezag niet meer toen Gbagbo in mei 2004 drie ministers van de oppositie ontsloeg. Na het verlopen van het ultimatum voor de ontwapening in oktober 2004 namen de regeringstroepen de wapens weer op tegen de rebellen. De situatie escaleerde toen bij bombardementen op stellingen van de rebellen negen Franse soldaten omkwamen. Het Franse leger vernietigde vervolgens ter vergelding de gehele Ivoriaanse luchtmacht. Dat leidde tot anti-Franse demonstraties en plunderingen in de bestuurlijke hoofdstad en grootste stad Abidjan. Duizenden Europeanen verlieten het land. Op 6 september 2006 trad de regering tijdelijk af na demonstraties en rellen uit protest tegen de gifdump van het schip de Probo Koala. Korte tijd later keerde de regering in vrijwel ongewijzigde samenstelling terug.
De presidentsverkiezingen die normaal hadden moeten plaatsvinden in 2005 werden pas in november 2010 gehouden. Begin december van dat jaar gaf de Ivoriaanse Verkiezingscommissie voorlopige resultaten vrij waaruit bleek dat zittend president Laurent Gbagbo de presidentsverkiezingen van oud-premier Alassane Ouattara dreigde te verliezen. De sociaaldemocratische FPI van Gbagbo vocht de resultaten aan bij het Grondwettelijk Hof op beschuldiging van massale fraude in het door de rebellen van de Forces Nouvelles de C么te d'Ivoire (FNCI) beheerste Noorden van het land, hetgeen door internationale waarnemers werd tegengesproken. De bekendmaking van de verkiezingsresultaten leidde tot heftige spanningen en gewelddadige incidenten. Volgens de kiescommissie had Ouattara de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gewonnen, maar het Grondwettelijk Hof 鈥 dat bestond uit aanhangers van Gbagbo 鈥 maakte die uitspraak ongedaan en riep Gbagbo met 51 procent van de stemmen tot winnaar uit, na het onwettig verklaren van de resultaten uit zeven noordelijke departementen. Na de offici毛le eedaflegging van Gbagbo organiseerde Ouattara 鈥 die door de Verenigde Naties en het gros van de internationale gemeenschap als winnaar werd erkend 鈥 een eigen eedaflegging. Deze gang van zaken voedde de vrees voor een heropflakkering van de burgeroorlog. De Afrikaanse Unie stuurde Thabo Mbeki, voormalig president van Zuid-Afrika, als bemiddelaar naar Abidjan. De Veiligheidsraad van de VN nam een resolutie aan die Alassane Ouattara als winnaar van de verkiezingen erkende, gebaseerd op een beslissing van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS), die Ivoorkust uit al haar besluitorganen schorste, dit gevolgd door een gelijkaardige beslissing door de Afrikaanse Unie. De legerleider van Ivoorkust, Philippe Mangou, heeft zijn steun uitgesproken aan president Laurent Gbagbo.
Eind december werden de Beninse president Yayi Boni, de Kaapverdische president Pedro Pires en de Sierra Leoonse president Ernest Bai Koroma dan naar Abidjan gestuurd om te gaan bemiddelen; dit mislukte. Begin januari vertrokken de drie excellenties opnieuw naar Ivoorkust, dit keer ook nog vergezeld van de Keniaanse premier Raila Odinga, maar ook toen maakte Gbagbo geen aanstalten om af te treden. Er was daarop even sprake van een persoonlijk onderhoud tussen hem en Ouattara, maar dit werd door Ouattara afgewezen.
Op 11 april 2011 werd Gbagbo's residentie in Abidjan door troepen van Ouattara, geholpen door Franse strijdkrachten, bestormd en werd Gbagbo gearresteerd, evenals zijn vrouw, zijn zoon en enkele tientallen leden van zijn gevolg.